Wat betekenen al die afkortingen?
Je hebt net je oude auto verkocht en bent de trotse bezitter van een nieuwe. Bewonderend wordt er naar je aanwinst gekeken en jij staat fier als een gieter mee te blinken. Maar dan komt het: “Heeft de auto ABS, EPS of AFS?” Daar sta je dan met je mond vol tanden. Niet helemaal de bedoeling, daarom komt ikwilvanmijnautoaf.be met de handige ‘auto-afkortingen’ lijst.
Tegenwoordig worden steeds meer wagens standaard uitgerust met technische snufjes die voor het gemak afgekort worden. Vaak kan je op de wat meer voorkomende afkortingen, zoals ABS, wel een antwoord geven. Irritanter wordt het als je een vraag krijgt over de AFS of KW van de auto. Wij zetten hieronder de meest voorkomende afkortingen op een rij.
ABS
Antiblokkeersysteem ABS ‘helpt’ om een auto te remmen. Een auto met ABS blijft altijd bestuurbaar tijdens het remmen, doordat deze gefaseerd remt (ook wel pompend remmen genoemd). Het ABS systeem gaat zelf na wanneer er tijdens het remmen een wiel zou blokkeren. Als een wiel zou blokkeren gaat het systeem automatisch de remkracht kort verlichten. Wanneer het gevaar geweken is wordt de remkracht hersteld. Het ABS-systeem gaat het remmen van de wagen dus deels overnemen, zodat je constant controle over je wagen behoudt.
AFS
Adaptive Front Lightning System AFS past automatisch de lichten aan terwijl je rijdt. Maak je een bocht en/of slaat het weer om met slecht zicht tot gevolg? Dan ‘sturen’ je koplampen mee en zorgen ervoor dart je jet meeste zicht hebt, zonder tegenliggers te verblinden. Je koplampen zullen de mee de bocht anticiperen en daardoor de bocht beter verlichten.
ESP
Electronic Stability Program Het ESP systeem werd oorspronkelijk enkel gebruikt door Mercedes, maar heeft ondertussen ook zijn weg naar andere merken gevonden. ESP zal gedurende de rit altijd de stabiliteit van de auto controleren. Tijdens het rijden controleert het systeem of de stand van de wielen overeenkomt met de richting die het stuur aangeeft. Als deze niet klopt kan het systeem één of meerdere wielen laten remmen totdat de stabiliteit herstelt is. Bij sommige auto’s wordt ESP aangeduid als DSC (Dynamic Stability Control).
GPS
Global positioning system Hoewel eerst ontworpen voor militaire doeleinden, heeft de GPS zijn plaats verovert in ons dagelijks leven. Aan de hand van satellieten bepaalt de GPS de positie van je wagen. Dit doet het door de afstand tussen de satellieten en de wagen te berekenen. Dit is handig wanneer je verdwaalt bent of wanneer je auto gestolen is.
KW
Kilowatt KW geeft het vermogen van een auto aan. Voor auto’s werd deze vroeger uitgedrukt in PK (paardenkracht), maar is men ondertussen overgeschakeld naar KW. Omgerekend is 1 KW iets meer dan 1.3 PK.
PDC
Parking Distance Control PDC is een systeem dat je helpt om te parkeren. Verschillende sensoren op je wagen meten hoever je verwijdert bent van andere objecten, zoals auto’s of muren in de buurt. PDC wordt voornamelijk gebruikt bij het parkeren. Het systeem laat dan via beeld of geluidssignalen weten hoe ver je nog van andere auto’s verwijderd bent. Vaak zal het systeem met pieptonen aangeven hoever je nog rijden, hoe dichter je een object nadert hoe sneller de pieptonen elkaar zullen opvolgen.
ACC
Adaptive Cruise Control ACC is een verbeterde versie van de klassieke cruise control. Hierbij kon je je wagen een constante snelheid laten aanhouden zonder dat je zelf gas moest geven. In het huidige verkeer ben je echter verplicht om steeds in functie van je voorliggers je snelheid aan te passen. Het ACC gaat automatisch de volgafstand met je voorligger berekenen en je snelheid aanpassen. Op deze manier kan vermeden worden dat je tegen je voorligger knalt omdat je niet op tijd je cruise control had aangepast.
ECC
Electronic Climate Control De meeste wagens zijn tegenwoordig uitgerust met een vorm van airconditioning. Deze kan ingeschakeld worden wanneer het te warm wordt in de auto en er verkoeling nodig is. De klassieke airco zal enkel koude lucht blazen en moet manueel uitgeschakeld worden. ECC registreert constant de huidige temperatuur in de wagen. Zodra deze afwijkt van wat de chauffeur heeft ingesteld, treedt de ECC in werking om de temperatuur terug op peil te krijgen.
4WD
Vierwielaandrijving De klassieke wagen kon of wel voor- of achterwielaandrijving hebben. Bij voorwielaandrijving bevindt de motor zich vooraan onder de motorkap en worden de voorwielen aangedreven. Bij achterwielaandrijving zit de motor in de koffer achteraan en worden de achterwielen aangedreven. Doordat de motor maar telkens twee wielen aandrijft heeft de wagen minder grip op ruwere terreinen. Om dit euvel te verhelpen ontwikkelde men een methode waarmee de motor alle vier de wielen kon aandrijven. In vele, vooral terreinwagens, kan men de 4WD-functie inschakelen wanneer men voelt dat de wielen dol draaien of men grip verliest. Over welke afkorting heb jij je recent nog het hoofd gebroken? Laat het ons weten en post de verklaring hieronder.